Het stond op de voorpagina van de Standaard deze week en het was één van de hoofdpunten in het ochtendnieuws op de radio: slechts 1 op de 50 studenten begint tijdens zijn/haar studies een eigen bedrijfje. Ook
Frank Vandenbroucke (de minister) vindt dat jongeren te weinig ondernemend zijn. We legden dit feit voor aan onze eigen studenten bedrijfsmanagement (
Hogeschool West-Vlaanderen,
departement Simon Stevin): waarom start je niet zelf met je eigen bedrijf terwijl je nog studeert?
“Mijnheer Vandebroucke mag dan wel vinden dat wij te weinig ondernemend zijn, het is zijn taak om dat te stimuleren in het onderwijs, en dat voelen wij nergens aan,” reageert studente
Sarah Tas. “Hoewel de overheid vindt dat ze veel doet aan een algemene administratieve vereenvoudiging, vind ik toch dat er veel tijdrovende formaliteiten te vervullen zijn, en dat ligt niet altijd voor de hand.”
“Ik vind dat de grootste remfactor het risicogehalte is,” zegt
David Bamelis, student
financie- en verzekeringswezen. “Voeg daarbij nog eens dat studenten geen ervaring hebben én doorgaans geen tijd hebben om zo’n initiatieven te nemen.”
“Ik denk er wel aan, maar ik zie een aantal struikelblokken,” oppert
Joeri Broos (Financie- en verzekeringswezen). “Je moet je sociale zekerheid betalen en als je te veel verdient, ben je niet meer ten laste van je ouders. Zo verliezen ze vroegtijdig het kindergeld.”
“De tijdsdruk tijdens de studies moet je toch echt niet onderschatten,” vervolgt
Heike Vanderbeken, studente
accountancy-fiscaliteit. “De week zit al behoorlijk vol met lessen en taken. De weinige vrije tijd die ik dan nog heb, breng ik liever door met mijn vriend. Bovendien: ik werk zelf al in het weekend. Misschien kan ik op termijn meer verdienen als ik mijn eigen bedrijfje opricht, maar ik neem nu liever het zekere voor het onzekere.”
Amaury de Séjournet (student
marketing) treedt haar volmondig bij: “De meeste studenten doen een studentenjob en ontvangen er direct na de werkinspanning een vergoeding voor. Als men zelf een onderneming zou opstarten, dan kan het wel zijn dat er even mag worden gewacht voordat de investering rendeert. Persoonlijk zou ik wel een onderneming opstarten als ik de tijd had. Maar tijdens het jaar besteed ik al mijn tijd aan mijn studies, waardoor er voor ondernemen niet veel tijd overblijft.”
“Je kunt de ontspanningstijd misschien wel inkorten of opgeven,” voegt
Andrew Hubert (student marketing) eraan toe. “Ikzelf speel voetbal en moet daarvoor trainen. Mocht ik mijn eigen bedrijfje beginnen, dan moet ik mijn sport opgeven. Maar of dat zo verstandig is voor de gezondheid?”
Dat de huidige, nieuwe, internetgeneratie geen tijd zou hebben, wordt dan weer weerlegd door
Dries Devrome (student
logistiek management): “Je moet het eigenlijk niet te ver zoeken: de know-how is er niet. Ik durf wedden dat veel studenten gewoon niet weten hoe ze een bedrijf moeten oprichten. Nochtans zijn er genoeg websites die je graag en goed verder helpen om aan alle administratieve plichtplegingen te voldoen. En wat dat “geen tijd” betreft: tijdens de examens zetten we ons sociaal leven toch ook op een lager pitje.” Horen we hier een overtuigde ondernemer-student? “Nog niet,” zegt Dries Devrome, “Mijn moeder heeft een paar jaar geleden een bedrijfje opgericht en als ik zie hoeveel kopzorgen en slapeloze nachten er sindsdien voorbij gegaan zijn, dan steek ik mijn eigen bedrijf(je) liever nog een paar jaar in de koelkast. Het is niet altijd rozengeur en maneschijn en daarom wacht ik liever nog een paar jaar. Toch zal ik misschien moeten overwegen om de familietraditie voort te zetten. M'n overgrootvader en m'n grootouders zijn immers ook altijd zelfstandigen geweest.”
Een ander geluid horen we van een anonieme student accountancy-fiscaliteit: “Welke student gaat eens niet een computer repareren of een website maken voor iemand anders? Voor je het goed en wel beseft, heb je via mond-aan-mondreclame een klein imperium. Als je dan je handeltje wilt legaliseren, dan kan dat ervoor zorgen dat het je minder opbrengt.”
Uit de reacties blijkt dat naast tijdsgebrek ook het financiële plaatje de studenten tegenhoudt om een eigen bedrijf te starten tijdens hun studies: “Als ik het geld had om een eigen bedrijfje op te richten, al was het maar een klein bedrijfje, dan had ik er al lang een,” verzekert
Emmie Van Den Berge (accountancy-fiscaliteit).
“Het ontbreekt ons vaak aan startkapitaal,” vult student financie- en verzekeringswezen
Vincent Cabrera Luna aan, “Ik zie daarvoor twee oplossingen: geld lenen bij de ouders of bij de bank. Het eenvoudigst zou zijn als de ouders wat geld lenen, maar die moeten natuurlijk ook al de studies betalen. Als je geld wil lenen bij de bank, dan blijf je met het probleem zitten dat je nog geen geregeld inkomen hebt.”
Student financie- en verzekeringswezen
Stijn Dorné wijst op nog een bepalende factor: “Soms moet je echt wel opboksen tegen veel concurrentie. Omdat velen een faillissement vrezen, stellen ze de oprichting van een eigen bedrijf vaak uit tot na het behalen van een diploma.”
In het bewuste krantenartikel in de Standaard vond
Koen Peeters dat ons onderwijs, o.m. ook het hoger onderwijs, niet gericht is op ondernemen. “We hebben wel degelijk ervaring met het opstarten van een echte zaak via de SBP’s (de Small Business Projects),” zegt
Marie Jeanne Platteeuw, afstudeerverantwoordelijke financie- en verzekeringswezen. “Maar zo’n zaak opstarten en runnen brengt een enorme taakbelasting met zich. In de huidige structuur van de curricula is dit wellicht niet meer haalbaar. Voor laatstejaars komt daar nog bij dat ze in een te korte periode te veel leerstof moeten verwerken. Meer en meer moet de leerstof verwerkt worden in (arbeidsintensieve) projecten. Veel studenten komen zo al tijdsnood om de leerstof voor hun examens te verwerken, laat staan dat zij daar bovenop nog een SBP, leerbedrijf of eigen bedrijf zouden moeten opstarten en runnen.”