Bram Tanghe, 23 jaar, al 4,5 jaar samen met zijn vriendin, woonachtig in Koekelare, hobby’s: Cercle Brugge, muziek en actualiteit. Meer dan 5 jaar geleden koos hij voor Financie-en Verzekeringswezen. Over de rest van zijn studieparcours laten we hem zelf aan het woord. Vandaag lees je deel 1.
Keuze voor financie- en verzekeringswezen
In september 2002 startte ik de opleiding Financie- en Verzekeringswezen. Waarom koos ik uiteindelijk voor deze opleiding en voor Simon Stevin? Op 18-jarige leeftijd sta je op een kruispunt in je leven en moet je dan reeds kiezen welke richting je professioneel uit wil. Misschien komt die keuze te vroeg voor vele jongeren...De ruime waaier aan studiemogelijkheden maakt deze keuze ook niet makkelijker. Ik was en ben nog altijd erg geïnteresseerd in het bancaire en in alles wat met financiële markten te maken heeft. Banken en allerhande financiële producten spelen een belangrijke rol in zowel de lokale als de algemene economie. Banken en verzekeraars zijn ook steevast terug te vinden in de top van aantrekkelijkste werkgevers. Zowel commerciële, administratieve als technische functies behoren tot het ruime aanbod ( of is het nu vraag ) van banken en verzekeraars. Voor elk wat wils dus.
Keuze voor Simon Stevin
Ik koos voor Howest, departement Simon Stevin omdat ik op 18-jarige leeftijd helemaal nog niet rijp was voor een zelfstandig kotleven en het “zelfstandig studeren”. Met zelfstandig studeren doel ik op het krijgen van dikke cursussen en het ontbreken van interactie met de docenten. In een kleinere school zijn de “klassen” logischerwijs ook kleiner en staan de docenten veel dichter bij de student. De docenten kennen hun studenten grotendeels bij (voor)naam en vice versa. Zo is de drempel om vragen te stellen of om te discussiëren met docenten ook veel kleiner. De leerstof wordt ook aan de noden van de studenten aangepast. Het lesgeven is met andere woorden veel persoonlijker dan in de mastodont-onderwijsinstellingen.
Ik heb m’n keuze voor Financie- en Verzekeringswezen en Simon Stevin nog niet beklaagd. (anders zou ik dit waarschijnlijk niet schrijven). De vakken werden onderwezen vanuit een praktijkgericht perspectief, de nadruk lag overduidelijk op de praktijk. De opleiding eindigt ook met een stage en praktijkgerichte eindwerk.
Saai imago
Ik wil graag nog iets vertellen over het saaie imago dat het financie- en verzekeringswezen heeft. Ik denk dat het saaie imago helemaal niet overeenstemt met de realiteit. Vooreerst is er de menselijke kant, verzekeringen en financiën kunnen heel wat menselijk leed vermijden. Mensen die ooit al een brand of auto-ongeval hebben meegemaakt, zullen het belang van een goeie bank/verzekeraar zeker onderkennen. De verzekeraar en bankier zijn dan in eerste plaats mensen/hulpverleners.
Zoals ik eerder al zei, ben ik ook erg geïnteresseerd in financiële markten. Wat mij zo aantrekt, is dat het zoveel omvattend is. Beurzen, financiële markten reageren op allerhande nieuws. Zo kom je in contact met een ruim spectrum van zaken, technologische ontwikkeling, politiek, wetenschappen, macro-economie, lokale economie, psychologie van beleggers/markten...
maandag 30 juni 2008
maandag 23 juni 2008
Staart
Voor de studenten zitten de festiviteiten – in de volksmond ook wel examens genoemd – er op. Dat verklaart ook waarom het op deze blog de jongste weken relatief stil was. Binnenkort, heel binnenkort kunnen ook de lectoren met vakantie. Geert De Cubber (lector talen in de opleiding Bedrijfsmanagement) beschrijft de helse laatste we(e)k(en).
In cauda venenum, zegt een oud Latijns spreekwoord. Het venijn zit in de staart. Sinds zaterdagnacht – net nadat de ondermaatse Nederlanders de duimen moesten leggen voor een superieure Russische voetbalploeg – zijn alle examens verbeterd. De halfjaarlijkse kwelling en tijdrovende karwei van examens afnemen en beoordelen zit er eindelijk weer op.
Maar wie denkt dat we tussen het laatste examen en de proclamatie en remediëring op 30 juni / 1 juli ergens op een Caraïbisch strand vertoeven om onder het nuttigen van menig Bloody Mary de stress uit ons lijf te jagen, heeft het wel effe mis. Immers, na examineren en corrigeren worden de komende twee weken rijkelijk gevuld met assisteren (bij het invoeren van de punten), delibereren, proclameren en – afhankelijk van het resultaat – feliciteren of remediëren/reclameren.
Of de studenten al dan niet die verre droomreis kunnen ondernemen, dan wel opnieuw moeten beginnen studeren, is uiteraard ook zeer sterk afhankelijk van dat resultaat. Voor ons, lectoren, staat één ding echter nu weer vast: ook dit jaar hebben we weer tweede zit. Maar de periode tussen de eerste en de tweede examenperiode, daar kijken we toch naar uit. Maar eerst nog de staart.
In cauda venenum, zegt een oud Latijns spreekwoord. Het venijn zit in de staart. Sinds zaterdagnacht – net nadat de ondermaatse Nederlanders de duimen moesten leggen voor een superieure Russische voetbalploeg – zijn alle examens verbeterd. De halfjaarlijkse kwelling en tijdrovende karwei van examens afnemen en beoordelen zit er eindelijk weer op.
Maar wie denkt dat we tussen het laatste examen en de proclamatie en remediëring op 30 juni / 1 juli ergens op een Caraïbisch strand vertoeven om onder het nuttigen van menig Bloody Mary de stress uit ons lijf te jagen, heeft het wel effe mis. Immers, na examineren en corrigeren worden de komende twee weken rijkelijk gevuld met assisteren (bij het invoeren van de punten), delibereren, proclameren en – afhankelijk van het resultaat – feliciteren of remediëren/reclameren.
Of de studenten al dan niet die verre droomreis kunnen ondernemen, dan wel opnieuw moeten beginnen studeren, is uiteraard ook zeer sterk afhankelijk van dat resultaat. Voor ons, lectoren, staat één ding echter nu weer vast: ook dit jaar hebben we weer tweede zit. Maar de periode tussen de eerste en de tweede examenperiode, daar kijken we toch naar uit. Maar eerst nog de staart.
donderdag 12 juni 2008
In de ban van de Olympische Spelen
Joey Deforce, stagiair accountancy-fiscaliteit, kreeg van zijn stagementor een niet alledaagse vraag. “Wil hij meelopen in de estafette van de Olympische vlam?”
Het zit zo: zijn stagegever Ernst&Young, wereldspeler op het vlak van consultancy, is officiële sponsor van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC) . Via dit partnership wil zij aan de buitenwereld en aan haar 130000 medewerkers (wereldwijd) kenbaar maken dat zij deze olympische waarden hoog in het vaandel draagt. E&Y in België organiseerde daarom op 7 juni een Olympic Family en Sportsday in het Koning Boudewijnstadion in Brussel. Daaraan voorafgaand werd er voor de 1300 Belgische medewerkers een Olympische fakkelloop georganiseerd over de 12 kantoren gevestigd in België. Het startschot werd gegeven in maart in Luik. Het kantoor in Brugge ontving de fakkel vanuit Gent en moest die naar Roeselare brengen. Joey liep 4 km van het kantoor te Brugge richting Loppem, en in Roeselare centrum ook nog eens 3 km. De rest legde hij af al fietsend.
Waarom deed je mee, Joey?
Waarom deed ik mee? Daar zijn enkele redenen voor. Ik ben onder andere sportief ingesteld, sporten is voor mij een goed alternatief om studie –en werkdruk van me af te halen. Dat kan ik elke student zeker aanraden, temeer omdat Sovowes op dit gebied ook een mooie inspanning levert! De belangrijkste reden waarom ik deelnam was dat het teamgebeuren. Tijdens de dag heb ik de collega’s van het kantoor beter leren kennen, én op een andere manier. Op het werkveld uit dit zich in een positief effect. Nu moet je wel open staan om in een team te kunnen bewegen.
En teambuilding is uiteraard belangrijk?
Ja! En ik ben tevreden dat we tijdens onze opleiding gewezen worden op het belang van groepswerk. In het begin stond ik daar niet altijd voor open, voor die gezamenlijke projecten zoals dat heet. Maar je leert toch veel uit teamwerk niet alleen over elkaar maar ook over je eigen functioneren en gaandeweg ben ik er het belang meer en meer van gaan inzien. Ik heb dan ook niet getwijfeld om mijn steentje bij te dragen aan de fakkelloop. Bij onze aankomst in Roeselare lag de champagne koel en hadden onze collega’s een lekkere maaltijd klaargemaakt. De vlam kwam begin juni toe in het hoofdkantoor te Brussel, waarna zaterdag de 7e juni de apotheose plaats vond in het Koning Boudewijstadion. Het werd een sportieve dag worden waar tal van profs en ex-profs initiatie gaven, elk in hun eigen discipline.
Op het werkveld werd mijn deelname geapprecieerd, want hun jarenlange ervaring weet men dat dergelijke gebeurtenissen een positief effect op de prestaties.
Het zit zo: zijn stagegever Ernst&Young, wereldspeler op het vlak van consultancy, is officiële sponsor van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC) . Via dit partnership wil zij aan de buitenwereld en aan haar 130000 medewerkers (wereldwijd) kenbaar maken dat zij deze olympische waarden hoog in het vaandel draagt. E&Y in België organiseerde daarom op 7 juni een Olympic Family en Sportsday in het Koning Boudewijnstadion in Brussel. Daaraan voorafgaand werd er voor de 1300 Belgische medewerkers een Olympische fakkelloop georganiseerd over de 12 kantoren gevestigd in België. Het startschot werd gegeven in maart in Luik. Het kantoor in Brugge ontving de fakkel vanuit Gent en moest die naar Roeselare brengen. Joey liep 4 km van het kantoor te Brugge richting Loppem, en in Roeselare centrum ook nog eens 3 km. De rest legde hij af al fietsend.
Waarom deed je mee, Joey?
Waarom deed ik mee? Daar zijn enkele redenen voor. Ik ben onder andere sportief ingesteld, sporten is voor mij een goed alternatief om studie –en werkdruk van me af te halen. Dat kan ik elke student zeker aanraden, temeer omdat Sovowes op dit gebied ook een mooie inspanning levert! De belangrijkste reden waarom ik deelnam was dat het teamgebeuren. Tijdens de dag heb ik de collega’s van het kantoor beter leren kennen, én op een andere manier. Op het werkveld uit dit zich in een positief effect. Nu moet je wel open staan om in een team te kunnen bewegen.
En teambuilding is uiteraard belangrijk?
Ja! En ik ben tevreden dat we tijdens onze opleiding gewezen worden op het belang van groepswerk. In het begin stond ik daar niet altijd voor open, voor die gezamenlijke projecten zoals dat heet. Maar je leert toch veel uit teamwerk niet alleen over elkaar maar ook over je eigen functioneren en gaandeweg ben ik er het belang meer en meer van gaan inzien. Ik heb dan ook niet getwijfeld om mijn steentje bij te dragen aan de fakkelloop. Bij onze aankomst in Roeselare lag de champagne koel en hadden onze collega’s een lekkere maaltijd klaargemaakt. De vlam kwam begin juni toe in het hoofdkantoor te Brussel, waarna zaterdag de 7e juni de apotheose plaats vond in het Koning Boudewijstadion. Het werd een sportieve dag worden waar tal van profs en ex-profs initiatie gaven, elk in hun eigen discipline.
Op het werkveld werd mijn deelname geapprecieerd, want hun jarenlange ervaring weet men dat dergelijke gebeurtenissen een positief effect op de prestaties.
maandag 2 juni 2008
Twee werkplekken voor de prijs van één stage
In onze afstudeerrichting accountancy-fiscaliteit kregen de studenten de kans om de stage op te spitsen in twee blokken. Dit wil zeggen dat de student in plaats van 11 weken stage te lopen op één stageplaats, een stage van 6 en 5 weken op 2 stageplaatsen loopt. Student Kevin Stevins vond dit voor zichzelf de ideale oplossing.
Als ik een stage doe bij een boekhoudkantoor en daarna bij een onderneming heb ik de ervaring van beiden en kan ik sneller een keuze maken als ik afstudeer. Zo hoef ik niet meer te ‘experimenteren’ na mijn studies. Het feit dat ik me in die korte periode moest inwerken in twee bedrijven schrok me in het begin wel wat af, maar ik kan je verzekeren dat het alleen de eerste dagen wat onwennig is. Tegen het einde van de eerste week ben je het al wat gewoon en voel je je wat meer op je gemak.
Mijn keuze ging naar een boekhoudkantoor in Oostende, Simons Boekhouding & Fiscaliteit BVBA, waar ik één groot vennootschapsdossier moest afhandelen en een paar kleinere dossiers over zelfstandigen. Bij dat grote dossier moest ik een volledige audit voorbereiden (eindejaarsverrichtingen, raming vennootschapsbelasting en jaarrekening), maar ik leerde ook de dagdagelijkse verrichtingen. De dossiers over zelfstandigen waren een correctie op de BTW en een voorbereiding voor de PB-aangifte. Deze stage liep de eerste 6 weken van de stageperiode.
Daarna liep mijn stage verder op de financiële dienst van het Boudewijn Seapark, een onderneming dus. Deze stage duurde 5 weken. Hier had ik vooral dagdagelijkse boekhoudkundige taken zoals het boeken van aankoop- en verkoopfacturen en bankuittreksels, rapportering, BTW. Maar ook enkele fiscale opdrachten zoals fiches 281.50, stadstaksen op verkoop van tickets,…
Ik ben echt tevreden dat ik twee diverse stage ervaringen heb mogen opdoen. Het helpt om nu te kiezen welke richting ik mijn beroepsleven wil uitbouwen. Vooraf zat ik met veel vragen. Nu kan ik het werk beter inschatten. In een boekhoudkantoor werk je met veel verschillende dossiers die voor veel variatie zorgen, je krijgt niet alleen allerlei soorten ondernemingen in allerlei sectoren, je werkt ook met verschillende vennootschappen en zelfstandigen die vooral naar fiscaliteit toe voor de nodige afwisseling zorgen. Anderzijds kan je bij een onderneming specifieker werken op bepaalde items die de boekhouding en fiscaliteit te bieden hebben. Dit is zeker het geval bij grotere ondernemingen. Zo kan je terecht komen op afdelingen die vooral de dagdagelijkse zaken afhandelen, maar je kan evengoed in de fiscale afdeling terecht komen.
Mijn voorkeur gaat voorlopig uit naar job in een onderneming. Het feit dat je maar aan één dossier werkt en het door en door kent, vind ik een groot pluspunt. Het enige nadeel is dat je kan vast komen te zitten in de routine. Grotere ondernemingen werken soms met een soort rotatiesysteem waarbij je op een periodieke manier afwisseling krijgt. Bv. één maand aankoopfacturen, één maand facturatie, maar dit is niet altijd het geval…. Een kleine KMO waar je instaat voor de volledige boekhoudkundige en fiscale afwerking lijkt mij heel boeiend. Maar daarvoor zal ik allicht eerst wat extra ervaring moeten opdoen.
Naar de studenten die volgend jaar voor de keuze staan, wil ik nog meegeven dat ze zeker moeten opteren voor een gesplitste stage als ze nu nog niet weten welke richting ze uitwillen na hun studies.
Als ik een stage doe bij een boekhoudkantoor en daarna bij een onderneming heb ik de ervaring van beiden en kan ik sneller een keuze maken als ik afstudeer. Zo hoef ik niet meer te ‘experimenteren’ na mijn studies. Het feit dat ik me in die korte periode moest inwerken in twee bedrijven schrok me in het begin wel wat af, maar ik kan je verzekeren dat het alleen de eerste dagen wat onwennig is. Tegen het einde van de eerste week ben je het al wat gewoon en voel je je wat meer op je gemak.
Mijn keuze ging naar een boekhoudkantoor in Oostende, Simons Boekhouding & Fiscaliteit BVBA, waar ik één groot vennootschapsdossier moest afhandelen en een paar kleinere dossiers over zelfstandigen. Bij dat grote dossier moest ik een volledige audit voorbereiden (eindejaarsverrichtingen, raming vennootschapsbelasting en jaarrekening), maar ik leerde ook de dagdagelijkse verrichtingen. De dossiers over zelfstandigen waren een correctie op de BTW en een voorbereiding voor de PB-aangifte. Deze stage liep de eerste 6 weken van de stageperiode.
Daarna liep mijn stage verder op de financiële dienst van het Boudewijn Seapark, een onderneming dus. Deze stage duurde 5 weken. Hier had ik vooral dagdagelijkse boekhoudkundige taken zoals het boeken van aankoop- en verkoopfacturen en bankuittreksels, rapportering, BTW. Maar ook enkele fiscale opdrachten zoals fiches 281.50, stadstaksen op verkoop van tickets,…
Ik ben echt tevreden dat ik twee diverse stage ervaringen heb mogen opdoen. Het helpt om nu te kiezen welke richting ik mijn beroepsleven wil uitbouwen. Vooraf zat ik met veel vragen. Nu kan ik het werk beter inschatten. In een boekhoudkantoor werk je met veel verschillende dossiers die voor veel variatie zorgen, je krijgt niet alleen allerlei soorten ondernemingen in allerlei sectoren, je werkt ook met verschillende vennootschappen en zelfstandigen die vooral naar fiscaliteit toe voor de nodige afwisseling zorgen. Anderzijds kan je bij een onderneming specifieker werken op bepaalde items die de boekhouding en fiscaliteit te bieden hebben. Dit is zeker het geval bij grotere ondernemingen. Zo kan je terecht komen op afdelingen die vooral de dagdagelijkse zaken afhandelen, maar je kan evengoed in de fiscale afdeling terecht komen.
Mijn voorkeur gaat voorlopig uit naar job in een onderneming. Het feit dat je maar aan één dossier werkt en het door en door kent, vind ik een groot pluspunt. Het enige nadeel is dat je kan vast komen te zitten in de routine. Grotere ondernemingen werken soms met een soort rotatiesysteem waarbij je op een periodieke manier afwisseling krijgt. Bv. één maand aankoopfacturen, één maand facturatie, maar dit is niet altijd het geval…. Een kleine KMO waar je instaat voor de volledige boekhoudkundige en fiscale afwerking lijkt mij heel boeiend. Maar daarvoor zal ik allicht eerst wat extra ervaring moeten opdoen.
Naar de studenten die volgend jaar voor de keuze staan, wil ik nog meegeven dat ze zeker moeten opteren voor een gesplitste stage als ze nu nog niet weten welke richting ze uitwillen na hun studies.
Abonneren op:
Posts (Atom)